Het paard dat nooit meer ‘Néé’ zegt!

Ik ging laatst met een stalgenoot in discussie over verschillende trainingsmethoden. Jawel, het was de oneindige discussie over wijken voor druk vs positieve bekrachtiging. Tijdens het gesprek werden veel pro’s en contra’s naar elkaar gepingpongd die voor extra diepgang in onze manier van trainen zorgde.

Ik sta open voor veel nieuwe dingen. Want je weet pas hoe weinig je weet als je meer weet dan voorheen. En laat ik het nu al maar duidelijk stellen, op het einde van deze blog krijg je geen antwoord op de vraag welke van deze twee methodes het beste is.

Ik neem jullie mee doorheen onze ping pong wedstrijd.

Wijken voor druk

In de wereld waar mensen en paarden samen komen kan je niet zonder wijken voor druk. Laat dat al even duidelijk zijn. Geloof jij dat je wel zonder kan? Dan betekent dit dat jij nooit een halster gebruikt en van je paard verwacht dat hij deze druk aanvaardt en volgt… hoe je het ook aan hem hebt uitgelegd. Het gebruik van een halster of een touw is gebaseerd op wijken voor druk.

Het concept ligt aan de basis van het leerprincipe ‘operante conditionering’. Welbepaald het deel van negatieve bekrachtiging. Negatief staat voor het wegnemen van iets. Bekrachtiging betekent dat het resultaat een goede uitkomst heeft voor het dier. Dus we nemen iets onaangenaam weg. Klinkt niet verkeerd, toch? Nu even de kritische blik erbij. Om iets negatief te kunnen weghalen moeten we het ook eerst toevoegen.

Ik geef een concreet voorbeeld.

Je doet je paard een halster aan en je wilt dat hij naar voren stapt. Je neem het touw op en geeft hiermee druk op het halster naar voor toe. Wanneer je paard één stap naar voor zet, valt de spanning van het touw weg.

We voegen druk toe en als het paard juist reageert of in de juiste richting denkt, valt de druk weg. De uitkomst is positief = de druk valt weg. Het paard zal deze link leggen en het gedrag herhalen wanneer het eenzelfde of gelijkaardige situatie tegenkomt. Natuurlijk vraagt dit wel wat tijd. Tijd en consequentie van de eigenaar. Deze techniek moet je leren beheersen.

Daarnaast leren we het paard om te reageren op basis van vermijdingsgedrag. Het idee luidt als volgt… ‘ik ga aan de kant omdat de huidige situatie onaangenaam is.’ Over het algemeen merk je dat je paard een minimale inspanning levert om in betere omstandigheden te vertoeven. Je zal dan steeds de grenzen moeten verleggen om deze inspanning te verhogen.

Valkuilen: Zit je timing van de release fout, dan snapt je paard niet wat je bedoelt. Is de hoeveelheid druk te hoog of te laag, dan kan dit ervoor zorgen dat je paard overgevoelig of verdoofd wordt. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden.

Positieve bekrachtiging:

In de vorige sectie legde ik negatieve bekrachtiging uit. Logischerwijs is positieve bekrachtiging als volgt: positief staat voor het toevoegen van iets… bekrachtiging betekent dat de uitkomst goed is voor het paard. De opzet van deze technieken is om je paard actief te laten meedenken. Je kneedt de opdracht niet volledig voor.

Maar als je paard in de juiste richting denkt, dan beloon je dit door je paard iets leuk te geven. De meest gekende beloning hierin is de voedselbeloning. Ik ga op zoek naar een voorbeeld waarbij er geen druk gebruikt wordt. Dit is al redelijk lastig. Om je paard dingen te laten doen, heb je een extra hulpmiddel nodig.

Bij positieve bekrachtiging maak je gebruik van een target. Hier heb je geen druk voor nodig. De bedoeling is dat je paard de target (bv een kegel) aanraakt met zijn neus en daar een beloning voor krijgt. Nadien kan je de target als doelgericht hulpmiddel gebruiken. Concreet voorbeeld:

Zet de target in de trailer en vraag je paard om deze aan te tikken. Zo leer jij je paard dat de trailer “oke” is en dat ze hierin kunnen. Nadien leer je het zo aan, dat het einde van de trailer zijn eigen target wordt. Bv de box van de zadelkamer aantikken of de bar aanraken met zijn borstkas. Elke succesvolle poging verdient een beloning.

We voegen de kritische blik even toe: de startfase vraagt veel tijd van de eigenaar en zelfbeheersing van het paard. Emoties train je mee tijdens het gebruik van positieve bekrachtiging en wees je ervan bewust dat het een soort van mentale druk creëert voor je paard. Want je verwacht van je paard dat ze gaan zoeken wat jij wil. Je moet zoveel mogelijk verwarring en frustratie vermijden. Deze druk valt weg wanneer ze de beloning ontvangen. Dan weet je paard dat ze juist gedacht hebben.

Wanneer wij, als trainer, deze methode goed onder de knie krijgen en we gebruiken voldoende, duidelijke stappen dan komt ons paard heel snel in de ‘zoekmodus’. Ze zijn gemotiveerd om te ontdekken wat jij wil, waarvoor je ze zal belonen. De zoekmodus creëert een goed gevoel bij je paard als je frustratie en verwarring kan onderscheppen. Hierdoor zal het paard een grote inspanning leveren om je oefening uit te voeren. Regelmatig bieden ze meer aan dan je verwacht. Ze vinden hun plezier in de opdrachten en voeren ze graag voor je uit. Dit zorgt voor intrinsieke motivatie.

Valkuilen: leer jij je paard niet om te wachten dan worden ze opdringerig en zullen ze in je binnenzakken gaan zoeken naar eten. Dit kan tot agressie leiden. Zit de timing van je beloning niet goed dan kan dit tot frustratie bij het paard leiden waardoor ze hun motivatie zullen verliezen.

Misschien voel je mij al aankomen. Ik vind niet dat deze twee trainingstechnieken veel van elkaar verschillen. Behalve de uiteindelijke vorm van motivatie. ‘Hoeveel inspanning wil je paard écht leveren?’

Waar draait het om?

Wat beide technieken willen bereiken is hetzelfde: dat je paard begrijpt wat jij bedoelt. Wanneer een paard begrijpt wat jij bedoelt en wat je van hem/haar verwacht, dan maakt het niet zoveel meer uit wat hen motiveert. Of het nu druk is die wegvalt of eten is dat erbij komt. Je paard is gemotiveerd om te doen wat jij vraagt omdat ze het antwoord weten. Dat is het eerste deel wat je moet hebben zodat je paard nooit meer ‘nee’ zal zeggen.

Daarnaast komt het tweede deel. Je paard moet fysiek in staat zijn om de gevraagde oefening uit te kunnen voeren zonder weerstand. Hoe gemakkelijker de oefening is om uit te voeren, hoe sneller ze deze zullen doen zonder tegenstribbelen.

Dat is logisch. Denk maar even aan hoe het voor ons is.

Je sportcoach zegt dat je drie keer moet squatten. Voor de meeste onder ons is dit niet zo moeilijk. Dus we doen het. Daarna zegt je coach dat je er 15 moet doen. Je kan er met gemak 8 maar daarna haak je af of val je stil. Dit is fysiek te zwaar. Je krijgt deze opdracht elke dag opnieuw en je bouwt op. Je kan er 8. Daarna 10. Daarna doe je er gemakkelijk 12 en voor het einde van de week kan je er 15. De volgende les zegt je coach ‘we doen 15 squats en jij doet ze zonder weerstand, zonder tegenstribbelen, zonder stil te vallen.

Zo is het ook voor onze paarden. Daarnaast hebben ze soms problemen met het besef van een oefening. Het lijkt alsof ze niet beseffen dat ze het kunnen. Ze hebben angst voor het gevoel. Dan is het aan ons om een goede coach te zijn en gebruik te maken van de juiste leer strategieën. Zo kan je paard zich meer bewust worden van zijn eigen potentieel en grenzen.

Uiteindelijk draait het niet meer om ‘ze doen het om weg te komen van de druk of ze doen het voor het snoepje’. Nee, ze doen het pas goed als ze het begrijpen en als ze het fysiek kunnen zonder weerstand. Dan stel jij de vraag en doen ze het gewoon. Paarden hebben van nature een ‘will to please’ en ze zeggen nooit zomaar ‘nee’.

De hierboven beschreven technieken omvatten allebei een goede manier om de 2 elementen te bereiken die ervoor zorgen dat je paard nooit meer ‘nee’ zal zeggen!

PS: combineer deze twee aanpakken en je vliegt vooruit!

quote 2”

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.